han Soete
vrijdag, juni 24, 2005
  Richard Stallman: “Enkel megabedrijven willen softwarepatenten”

Richard Stallman, de oprichter van de Free Software Foundation en dus fervent tegenstander van softwarepatenten, kreeg donderdag 2 juni als eerste spreker het woord op de conferentie in het Europees parlementsgebouw. De conferentie werd gehouden naar aanleiding van de stemming op 6 juli door het Europees parlement over de richtlijn die softwarepatenten zou legaliseren.

“Bij het debat over software gaat het niet om de prijs, het gaat om vrijheid. Het idee van de Free Software beweging is dat je software kan gebruiken in alle vrijheid. De vrijheid om het te bestuderen en te veranderen, te gebruiken, de vrijheid om er kopieën van te maken en die te verdelen en te verkopen. Wij zijn niet tegen de verkoop van kopieën van vrije software. Vrije software houdt in dat iedereen kopieën mag verkopen en gewijzigde versies mag publiceren, met andere woorden, je mag veranderingen aanbrengen en deze beschikbaar maken voor de rest van de samenleving. We willen programma's ontwikkelen en uitgeven zonder vervolgd te worden voor codes die we schreven. Elke softwareontwikkelaar heeft dit nodig. Verder willen we dat onze gebruikers niet vervolgd worden omdat ze de code gebruiken die wij tot hun beschikking gesteld hebben. Dit betekent dat wij tegen softwarepatenten zijn. Elk softwarepatent is een absoluut monopolie op het gebruik van een software-idee, op de implementatie ervan in een programma. Zelfs als het maar een piepklein deel is van een groot programma, wat meestal het geval is. Een groot programma combineert altijd duizenden ideeën. Als je naar je tekstverwerker kijkt, zie je dat deze honderden verschillende features heeft. Enkel in de commands (bevelen)van je tekstverwerker zijn er duizenden verschillende ideeën zichtbaar. Als softwarepatenten toegelaten worden kan op elk van die ideeën een patent genomen worden. Hoe kan iemand dan nog een tekstverwerker ontwikkelen en uitbrengen? Elke ontwikkelaar zal dan geconfronteerd worden met de dreiging van honderden patenten. Het gnu-besturingssysteem wordt gebruikt samen met een programma dat Linux heet. Linux is de kernel, het programma dat de kracht van de computer toewijst aan alle andere programma's die we laten draaien. Een jaar geleden deed een advocaat uit de Verenigde Staten een studie, enig in zijn soort. Hij verzamelde alle VS-softwarepatenten die een idee verbieden dat ergens in de Linux-code geïmplementeerd is. Hij vond er 283. Elk van die patenten verbiedt iets dat in de Linux-code terug te vinden is. Hij publiceerde de patenten niet om een zeer goede reden: hij wilde de ontwikkelaars van Linux geen juridische problemen bezorgen. De straf voor het overtreden van een patent is namelijk groter als je van het patent afwist. Wanneer hij de patenten in zijn onderzoek zou publiceren, zou hij de ontwikkelaars in juridisch gevaar brengen. Daarom publiceerde hij enkel het cijfer: 283 patenten die deze ene component van het systeem beslaan. We hebben dus nu een klein bewijs van de omvang van het probleem.”


“Ik heb de kans gehad de Franse minister van Bedrijfsleven te confronteren met de vraag: “Wat gaan jullie doen om softwareontwikkelaars te beschermen tegen het gevaar van softwarepatenten?”. Als antwoord gaf hij een passionele verdediging van de copyrightwet, die totaal niet ter zake deed. Ofwel veranderde hij van onderwerp omdat hij het verschil tussen copyright en patenten niet begreep, ofwel ontweek hij sluw de kwestie. Voor het geval jullie het verschil niet kennen tussen copyright- en patentrecht, zal ik dit even uitleggen. Veel mensen denken namelijk onterecht dat beide gewoon variaties zijn op hetzelfde thema. Niets is minder waar, de twee hebben niets gemeen. Copyright is een beperking op het kopiëren van een werk, en het omvat de gedetailleerde uiting van dat werk. Dat wil zeggen dat wanneer je zelf een werk schrijft en het nog niet gekopieerd hebt, je niets te vrezen hebt van de copyrightwet. Een ander kan onmogelijk een copyright hebben op het werk dat jij net geschreven hebt. Er is dus geen gevaar, noch voor jezelf, noch voor de lezers/gebruikers die jouw toestemming kregen,om vervolgd te worden door een vreemde voor een inbreuk op het copyright. Een patent daarentegen is een absoluut monopolie op het toepassen van een bepaalde methode of techniek, zeg maar een idee, want die zijn patenteerbaar. Copyright is niet van toepassing op ideeën. Dus zelfs wanneer er een aantal plotwendingen in je werk zitten uit een dozijn andere romans, stelt dat die andere auteurs niet in staat je te dagvaarden voor een inbreuk op het copyright. Maar als ideeën gepatenteerd kunnen worden, wordt het onmogelijk een omvangrijk werk te schrijven zonder aangeklaagd te worden. De Franse minister van Bedrijfsleven sprak over Victor Hugo en diens rol in de ontwikkeling van copyright. Dus we vonden het interessant te onderzoeken hoe het geweest zou zijn als Victor Hugo was geconfronteerd met een systeem van literaire patenten die literaire ideeën monopoliseren en welk effect dit zou hebben op zijn leven.

Stel je even voor dat hij na de publicatie van Les misérables geconfronteerd werd met een reeks patenten op literaire ideeën. Er zou een patent kunnen geweest zijn op een communicatieproces gekenmerkt door het bij de lezer introduceren van het concept van een persoon die een lange tijd in de gevangenis heeft gezeten en daardoor verbitterd is over de mensheid en de maatschappij. De tweede claim, verder bouwend op de eerste, zou dan het concept kunnen omvatten dat hij ook morele verlossing vindt door de goedheid van een ander personnage. De derde claim omvat het communicatieproces, gebaseerd op de eerste twee claims, dat bestaat uit een naamsverandering van het personnage tijdens de ontwikkeling van het verhaal.. enzoverder. Hij kon dus aangeklaagd worden voor al deze dingen, terwijl er pakweg honderden patenten zouden kunnen geweest, elk gebaseerd op één of ander idee dat ergens terug te vinden is op de pagina's van Les misérables. Hij zou zoveel rechtszaken voorgeschoteld gekregen hebben dat hij er nooit zou in geslaagd dit boek of elk ander boek te publiceren. Ik hoop dat dit duidelijk maakt wat software patenten echt doen. Softwarepatenten beschermen een auteur, of wie de patenthouder ook is, niet. De patenthouder hoeft helemaal geen auteur van software te zijn. Hij moet het idee niet eens bedacht hebben om er een patent op te krijgen, waarmee hij iemand kan aanklagen. Er zijn veel “bedrijven” wiens enige activiteit het bedreigen en vervolgen is van diegenen die echt dingen produceren. Wat deze bedrijven produceren, zijn bedreigingen en rechtszaken. Heel wat ontwikkelaars die bedreigd worden, komen hier niet mee naar buiten en vragen mij ook niet te veel details prijs te geven, omdat ze schrik hebben dat de patenthouders hen dan nog meer zullen aanvallen. We zien in veel gevallen dat de patenthouders hun slachtoffers verbieden iets te zeggen over wat ze hen hebben aangedaan. Dat is hoe de wereld van softwareontwikkeling er uitziet als softwarepatenten gelegaliseerd worden. Als softwarepatenten gelegaliseerd worden, is het alsof je in een gevaarlijke plek woont, zoals Bogotà, waar ik vrienden heb. Ze worden niet elke nacht aangevallen. Ze hebben geleerd voorzichtig te leven en zijn bang. Zo zal het leven er ook uitzien voor softwareontwikkelaars als het Europees parlement fout stemt. Europa moet dit stomme beleid gewoon verwerpen, niemand wil het, enkel de megabedrijven. Microsoft wil het natuurlijk, omdat wij volgens hen hun hoofdconcurrenten zijn, en ze willen elke concurrentie van de kaart vegen.”


“Enkel de megabedrijven willen dus softwarepatenten. De Duitse regering publiceerde onlangs een studie naar de mening van Duitse bedrijven over softwarepatenten: 85 % van hen is er tegen!Maar, een vijftigtal bedrijfjes zei dat ze voor softwarepatenten waren. Wel, het maakt niet uit over welke stomme wet je het hebt, er zal altijd een handvol zijn dat er beter van wordt en enkel haar persoonlijke verrijking voor ogen heeft. Die keuren het dus goed. Eén van die kleine bedrijfjes bleek opgericht te zijn door een staflid van Microsoft....maar het is een “kleine” onderneming. Dat bedrijf hoeft in haar hele bestaan geen cent op te brengen, het is voldoende dat ze bestaat zodat het als klein bedrijf kan zeggen dat het in orde is softwarepatenten te legaliseren. Hoe zijn we hier beland? Hoe zijn we op het punt beland waar het Europees Parlement voor een tweede lezing staat van een richtlijn die al de amendementen uit de eerste versie omkeerde en nog een stap verder gaat. Wel, ik heb net gelezen waarom. Verschillende bedrijven waaronder Philips, Alcatel, Siemens en Ericsson hebben een brief gestuurd naar de Poolse premier waarin ze dreigen hun uitgaven in Polen terug te trekken. Ze zeggen dat ze een tiental miljoen euro uitgeven om er een researchinstituut te vestigen en dreigen het geld niet investeren. Vorig jaar heeft Microsoft net hetzelfde gedaan bij de Deense overheid. Enkele jaren geleden kocht Microsoft een Deens bedrijf en dreigde ermee het bedrijf uit Denemarken weg te halen tenzij de Deense regering softwarepatenten steunde. Wat is hier aan de hand? Het is duidelijk dat alles wat de neoliberalen zeggen over beslissingen die worden genomen, gebaseerd op economische factoren een leugen is. Deze bedrijven baseren hun beslissingen niet op economische factoren, ze gebruiken de macht die ze hebben. Dat moeten we in het achterhoofd houden telkens iemand het heeft over “de vrije markt haar gang laten gaan”. Er is geen vrije markt wanneer er zo'n grote bedrijven bestaan. Om een vrije markt te bekomen moeten we pakweg de honderd grootste Europese bedrijven in vele kleine bedrijfjes hakken. Dan kan er sprake zijn van echte concurrentie. Dan kunnen beslissingen genomen worden op basis van economische factoren. Nu worden ze gemaakt door machtsuitoefening. En wat is die macht? De megabedrijven die zo machtig zijn dat ze bevelen kunnen geven aan de staat. Wat betekent dat nu? Dat betekent dat deze staten niet langer soevereine vertegenwoordigers van hun volk zijn. Polen werd een democratie in 1990 en verloor deze opnieuw in 2005. Ik juichte toen Polen een democratie werd. Ik juichte de strijd toe die Polen moest leveren om die democratie te verkrijgen. Het is tragisch te zien wat er van die democratie geworden is. De Europese regeringen moet hun politiek richten op de eliminatie van de bedreiging die machtige ondernemingen vormen voor hun vermogen om hun burgers te vertegenwoordigen. De regeringen moeten hun macht gebruiken en opeisen “by any means necessary”, als dat nodig is om de democratie in Europa te redden.Verder is er een les te leren uit de processen die zich voordeden bij het behandelen van deze richtlijn. Conclusies die niet enkel betrekking hebben op het gebied van software. Want dit heeft gevolgen voor ons allemaal, niet enkel voor software. We hebben gezien hoe mensen voor deze richtlijn stemmen terwijl hun regering zei dat ze er tegen was. We hebben regeringen voor deze richtlijn zien stemmen nadat hun parlement er tegen stemden. Het Nederlandse parlement stemde om de Nederlandse regering de steun aan softwarepatenten te doen opgeven. De minister negeerde het parlement. Ik vraag me af af hij kan vervolgd worden voor verraad. Ik raad het aan. Hij zou de rest van zijn leven in de gevangenis moeten doorbrengen. Je moet dit soort zaken serieus nemen...Je moet hen zwaar straffen. Hij heeft uiteindelijk veel meer schade berokkend aan het hele land dan wanneer hij iemand zou overvallen met een revolver op straat. Het Duits parlement stemde unaniem tegen softwarepatenten maar de Duitse ministers waren er voor. Dit toont ons dat de democratie niet gerespecteerd wordt.”


“Hoe kan je de democratie herstellen? Je zou kunnen proberen het enthousiasme van de bevolking kunnen opwekken. Ik stel dus een systeem voor waar de Europese Commissie geen rol meer speelt in het aannemen van richtlijnen, waar de Raad van Ministers geen enkele rol meer speelt bij het beoordelen van eender welke richtlijn. Richtlijnen zullen eerst door het parlement goedgekeurd worden en dan geratificeerd worden door een referendum. Voor elke richtlijn op Europees niveau zou een referendum moeten vereist zijn. Zoveel richtlijnen zijn er niet, of zouden er toch niet moeten zijn. Wanneer je het over een supranationaal niveau van regering hebt, zouden ze niet bij alles betrokken moeten zijn. Ze zouden zich enkel moeten bezighouden met de heel belangrijke zaken die uniform moeten zijn in Europ. Organiseer dus bijvoorbeeld een of twee keer per jaar een verkiezing die alle richtlijnen die door het parlement werden goedgekeurd omvat. En de richtlijn wordt niet van kracht tenzij een zekere fractie van de bevolking de richtlijn door een referendum goedkeurt. Dit leidt tot een democratisch systeem dat niet kan beheerst worden door megabedrijven. Een systeem dat de fouten corrigeert die deze richtlijn heeft blootgelegd. De Europese burgers hebben baat bij de verwerping van deze grondwet, door een nieuw democratisch systeem te eisen.”

 
Comments: Een reactie posten

<< Home
Photoblog by han Soete

Mijn foto
Naam:
Locatie: Brussels, Brussels, Belgium
ARCHIVES
oktober 2004 / december 2004 / januari 2005 / februari 2005 / mei 2005 / juni 2005 / juli 2005 / augustus 2005 / september 2005 / december 2005 / februari 2006 / maart 2006 / april 2006 / mei 2006 / juni 2006 / juli 2006 / augustus 2006 / september 2006 / oktober 2006 / november 2006 / december 2006 / januari 2007 / februari 2007 / maart 2007 / augustus 2007 / september 2007 / maart 2008 / mei 2008 / december 2008 /


Powered by Blogger